Samen met de Waddenunit de Waddenzee beheren
Geert Hoogerduijn zit in het Beheerderscollectief Waddenzee. Hij is sinds april 2013 teamleider van de Waddenunit, onderdeel van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Hoogerduijn licht toe waarom werken als waren we één beheerder absoluut noodzakelijk is voor de Waddenzee.
De Waddenunit is dagelijks op de Waddenzee te vinden met vier schepen. Als gastheer en om toezicht te houden en te handhaven, maar ook voor het doen van fysiek beheer en om verschillende partijen te ondersteunen bij monitoring, natuurherstel en het doen van praktijkgericht onderzoek. Hoogerduijn is verantwoordelijk voor de operationele aansturing van de Waddenunit.
Boswachter op zee
Hoogerduijn noemt de Waddenunit ook wel de boswachter op zee. “Wij kennen alle vaarwegen, geulen en prieltjes en weten precies de weg. Wanneer er in het kader van natuurherstel bijvoorbeeld zeegras geplant moet worden, dan helpen wij degene die dit uitvoert om op locatie te komen. Van A naar B gaan is op het land vaak simpel, maar op de Waddenzee is dat niet het geval. Je hebt te maken met droogtes en je moet ook weten waar je op bepaalde momenten niet moet komen, omdat je anders broedende vogels verstoort.”
Op deze manier helpt de Waddenunit andere organisaties om hun beheertaken uit te voeren. “De Waddenunit voert eigen beheertaken uit, maar zorgt er op deze wijze ook voor dat anderen hun beheertaken goed kunnen doen. Dat is goed voor de Waddenzee. Ik vind het van belang om elkaar waar mogelijk te ondersteunen, zodat we met z’n allen zorgen voor de Waddenzee.”
Samen verantwoordelijk voor Waddenzee
Al is samenwerken voor de Waddenunit dagelijkse kost, het kan altijd nóg beter, volgens Hoogerduijn. “Er is eerder nooit echt het idee geweest dat we samen verantwoordelijk zijn voor het beheer van de Waddenzee. Door dit gevoel te versterken en meer te gaan werken als waren we één beheerder, valt er veel winst te behalen. Alleen dan kunnen we de natuurkwaliteit verbeteren en dat samen voorop zetten. Dit bereik je al door beter van elkaar te weten waar de ander mee bezig is en daarin vaker samen op te trekken.”
Wat hier voor nodig is? “Dit begint met de wil om er samen wat van te maken en om open te staan voor verandering. Ook gaat het om het nemen van verantwoordelijkheid. De Beheerautoriteit en het Beheerderscollectief zijn aanleiding om nadrukkelijker met elkaar in contact te komen op directieniveau. Van daaruit zal sturing moeten plaatsvinden. De uitdaging is nu om de gesprekken die we voeren om te zetten in de uitvoering, samen dingen met elkaar doen. Elkaar opzoeken, elkaar versterken.”
Voor de Waddenunit heeft samenwerking in beheer met name betrekking op Rijkswaterstaat, de beheerder die ze het meest treffen op zee. “Als Rijkswaterstaat bijvoorbeeld op een dag iemand tekort komt aan boord, dan zou er misschien iemand van de Waddenunit mee kunnen? En andersom. Dat kan alleen maar plaatsvinden als je elkaar kent en contact met elkaar onderhoudt. Een belangrijke stap in de goede richting is dat we nu samen in de werkgroep Toezicht, Handhaving en Gastheerschap van de Beheerautoriteit zitten. Daardoor krijgen we beter zicht op wat ieder doet en hoe we elkaar kunnen ondersteunen.”