Peter van Velzen (LNV) over het Beheerderscollectief: “We gaan dit samen doen”
Peter van Velzen vertegenwoordigt het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in het Beheerderscollectief Waddenzee. Hij is MT-lid Natuur en Water bij het directoraat-generaal Natuur, Visserij en Landelijk Gebied. Van Velzen deelt zijn visie op integraal beheer van de Waddenzee en wat er voor nodig is om dit samen te bereiken.
Aan tafel bij het Beheerderscollectief
Van Velzen draagt de beleidsmatige verantwoordelijkheid voor de Waddenunit. Het ministerie van LNV is daarnaast vergunningverlener voor de Wet natuurbescherming. Onder de bevoegdheid van LNV valt het afhandelen van vergunningaanvragen, handhavingsverzoeken en de vraag naar de aanwezigheid van een eventuele vergunningplicht in relatie tot activiteiten waarmee grote nationale belangen zijn gemoeid. Dit zijn bijvoorbeeld gas- en zoutwinning, de hoofd(spoor)wegen en Defensie-activiteiten.
Daarnaast valt de toetsing van activiteiten in niet-provinciaal ingedeelde gebieden en in het door Duitsland ‘betwist gebied’ in de Eems onder de bevoegdheid van LNV. De zaken waarvoor LNV het vergunningverlenend gezag is, zijn bepaald in een algemene maatregel van bestuur (AMvB). Zaken die daarbuiten vallen, behoren automatisch tot de provincies toe.
Van Velzen: “Activiteiten waarvoor vergunningen moeten worden aangevraagd, worden door LNV getoetst op (significante) effecten op de relevante beschermde natuurwaarden. Die beoordeling staat los van de (beheer)werkzaamheden van de Waddenunit. De Waddenunit houdt wel toezicht op het naleven van de vergunningsvoorwaarden, of het handhaven op onvergunde activiteiten, in relatie tot het Natura 2000-gebied Waddenzee.”
Integrale vergunningverlening
De Beheerautoriteit zet zich in om vergunningverlening integraler aan te pakken. Van Velzen werkt momenteel mee aan de Quick Scan Vergunningverlening en ziet duidelijk de meerwaarde van zo’n integrale aanpak. “Ik zie vergunningverlening als een instrument om te komen tot verstandig gebruik van de Waddenzee. Daarbij is het van belang om meer oog te hebben voor de cumulatieve effecten. Een enkele vergunning hoeft niet schadelijk te zijn voor de natuur, maar als je de effecten van afzonderlijke vergunningen optelt, kan dat wel zo zijn.”
Een integrale aanpak kunnen we bereiken wanneer beheerders meer werken als waren zij één beheerder, volgens Van Velzen. “Belangrijk doel is om de versnippering te beëindigen. Niet blijven kijken naar wat is van mij en wat is van jou, maar vanuit systeemniveau denken. Wat is het beste voor het gebied en wie kan daar op een bepaalde plek het meeste in betekenen? Door het zo te benaderen kunnen beheerders sommige taken van elkaar overnemen, in plaats van vast te houden aan wie eigenaar van welke grond is.”
Verbinding beheer en beleid
Een nauwe afstemming tussen beheer en beleid acht Van Velzen van groot belang voor de Waddenzee. “Er liggen een aantal grote schuurpunten, bijvoorbeeld als het gaat om visserij en natuur, en deze vragen om beleidskeuzes. Voor het verkrijgen van de kennis en informatie die nodig is om daarover goede afwegingen te maken, zijn de beheerders en het doen van onderzoek nodig. Hier speelt de Beheerautoriteit een belangrijke rol in, omdat zij beheerders en beleidsmakers aan elkaar verbinden.”
Wat Van Velzen verder als uitdaging ziet voor het komende jaar? “Als beheerders voelen we ons zeker uitgedaagd, zo ervaar ik het tenminste, om met goed onderbouwde voorstellen te komen om het beheer en de Waddenzee als natuurgebied beter te maken. Dat vind ik heel positief. Het blijft een zoek- en groeiproces en we hebben nog genoeg te doen op veel vlakken. De grootste uitdaging is om elkaar als beheerders vast te houden en om het Integraal Beheerplan concreter te maken. Onze eerste tweedaagse op Schiermonnikoog in september 2020 heeft in ieder geval de toon gezet en veel energie gegeven: we gaan dit samen doen.”